Acht ooggetuigen vertellen hun persoonlijke verhaal over de bezettingsjaren in Amersfoort. Foto’s en dagboekfragmenten uit Archief Eemland en voorwerpen uit de museumcollectie geven samen een indrukwekkend beeld van de onvoorspelbare, dreigende en soms alledaagse bezettingsjaren 1940 - 1945.
Acht ooggetuigen vertellen in deze permanente expositie hun verhaal. Volwassenen die hun ervaringen van toen in dagboeken hebben beschreven, van dag tot dag, zoals de vijftigers Honoré Blijdenstijn en Witte Jan Vaatstra. Hun waarnemingen beschrijven de foto’s en museumvoorwerpen en geven gewone voorwerpen een bijzondere lading. Bijzonder zijn de dagboeken van Bep en Greetje, jonge meisjes van zo’n 15 jaar, die onbevangen hun dagelijks leven beschrijven, van grimmige bombardementen en honger, maar ook van hun bakvissen-emoties. Hoe spannend zijn de Canadezen, die de stad op 7 mei 1945 bevrijden.
Bijzondere aandacht is er voor de Amersfoorters die hun verhaal nooit hebben kunnen navertellen. Ruim 350 Amersfoortse Joden kwamen in 1945 niet meer terug omdat ze vermoord waren. Ruim 70 verzetsstrijders moesten hun dapperheid met de dood bekopen. Meer dan 30.000 mannen zaten gevangen in Kamp Amersfoort: van tien van hen hebben we hun verblijf in het kamp kunnen navertellen.
Een kleine foto-expositie met dagboekfragmenten toont de verschillende facetten van het leven in Amersfoort na de Duitse capitulatie op 5 mei 1945. Het was een onbestemde dag: het Duitse leger had zich overgegeven maar in Amersfoort liepen de Duitsers nog bewapend rond. Bij schietpartijen tussen Duitsers en de ondergrondse vlogen de kogels in het rond en werden de jonge Elfriede Ingenkamp en Frans van Opijnen gedood. Ook de landverraders kregen het voor de kiezen en werden opgepakt en uitgejouwd door hun stadgenoten. Maar ook is de vreugde te zien bij het binnenrijden in de stad en in Kamp Amersfoort van Canadese troepen. Niemand realiseert zich nu dat die duizenden Canadezen nog maanden lang in Amersfoort zijn gebleven. Het gewone leven was nog ver weg.