Engelbert L’hoëst schilderde Amersfoort in wederopbouw in een sobere stijl, die verwant is aan het Vlaams expressionisme. De bomen hebben geen bladeren. Van een huis op de voorgrond staan alleen nog twee muren overeind. Een gebogen figuur is puin aan het ruimen. Het silhouet van de Onze-Lieve-Vrouwetoren torent donker boven de stad uit. Maar kijk, de zon breekt door het dikke grijze wolkendek heen. De oorlog is voorbij en er komen betere tijden aan.
Het werk van L’hoëst vertoont ook overeenkomsten met dat van de Friese expressionist Gerrit Benner. Vanaf de jaren zestig ontwikkelde hij echter steeds meer een eigen vormentaal: een dynamische vorm van expressionisme. De kleurrijke, energieke landschappen die hij in deze stijl maakte, zijn typerend voor zijn oeuvre.
Linksonder staat de naam van Herman Kruyder (1881-1935). Hoe komt dat? In 1992 kocht Museum Flehite dit stadsgezicht van Kruyder bij veilinghuis Christie’s. Maar toen L’hoëst het zag, herkende hij het onmiddellijk als zijn eigen werk. Hij had het in 1957 aan een kunsthandelaar afgegeven en jarenlang niet terug gezien. Zo verwierf Museum Flehite geen Kruyder, maar wel een zeldzaam vroeg schilderij van L'hoëst; bij een atelierbrand in 1959 was namelijk veel van zijn werk verloren gegaan.
Katjuscha Otte