Een prachtige grote urn met een dikke wand, geboetseerd van lokale grove klei. De bovenzijde is versierd met een dubbele rij indrukken van vingernagels. Het lijkt alsof de pot ongeschonden is, maar niets is minder waar: hij is op vele plekken aangevuld en gerestaureerd. De urn bevatte resten van menselijke crematie en dateert uit de Midden-Bronstijd.
In november 1879 werd deze urn opgegraven in een grafheuvel op het militaire oefenterrein De Vlasakkers, tussen Amersfoort en Soest. De gelukkige vinders waren enkele notabelen, vergezeld door arbeiders voor het echte graafwerk. Zij zochten door met een stok in de grond te prikken. Eenmaal raak, gingen de gravers aan het werk. En toen kwam de grote ontdekking: 'De grootvader van alle mogelijke urnen, den pot der potten, den koning van het pottendom'. Hij is het topstuk van de prachtige collectie urnen van Museum Flehite. Alle werden in grafheuvels gevonden in de omgeving van Amersfoort, bij Soest en op de Leusderhei. Hier begroeven de Bronstijdmensen hun doden, op de hoge droge zandgronden van de Heuvelrug. Maar waar zij toen woonden is niet duidelijk .
In de 19e eeuw groeide de belangstelling voor de Nederlandse geschiedenis. De waardering van de eigen cultuur paste bij de romantiek en het nationalisme. Maar er was nog weinig inzicht in archeologische tijdperken. Voor de vroegste geschiedenis concentreerde men zich op hunebedden en grafheuvels, imposante en zichtbare overblijfselen uit de prehistorie.