Theekopje van Joodse familieTheekopje van Joodse familie

Theekopje van Joodse familie

1943

Een eenvoudig theekopje als stille getuige van de Jodenvervolging in Amersfoort tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Lang heeft Coby getreurd om die lieve mensen; het kopje heeft zij altijd gekoesterd

Theekopje van Joodse familie

Afscheid

Op 15 april 1943, ’s morgens om 9 uur, kwamen Jules en Flora Frank hun huis uit met een koffertje in de hand. Ze waren als laatste Joodse Amersfoorters opgeroepen om naar Amsterdam te gaan. Het echtpaar was erg geliefd. Alle buren in de Johannes van Dieststraat stonden met tranen in de ogen klaar om afscheid van hen te nemen. Flora zag ineens haar overbuurmeisje staan, de vijfjarige Coby Huijgens. Ze wenkte haar en nam haar mee naar binnen: ‘Zoek jij maar een kopje uit’. Het meisje liep naar het witte kopje met de blauwe bloemetjes, waaruit ze altijd thee dronk als ze bij de Franks op visite was. ‘Zullen wij nog terugkeeren?’ schreef Jules Frank in zijn indrukwekkende dagboek over de vervolgingen. Maar ze kwamen niet terug. Lang heeft Coby getreurd om die lieve mensen; het kopje heeft zij altijd gekoesterd.

Met open ogen

Hoewel hun een onderduikadres werd aangeboden, sloegen de Franks het af. Ze wilden een ander niet in problemen brengen. Van Amsterdam moesten ze naar Kamp Vught. Onderweg naar Westerbork wisten ze nog een brief voor hun vrienden uit de trein te gooien. Ze zijn op 14 mei 1943 vermoord in Sobibor (Polen).

Nechamah Mayer-Hirsch