Spakenburg, ca 1950Spakenburg, ca 1950

Spakenburg, ca 1950

Johan Traarbach (1920-2006)

De aandacht op dit schilderij gaat uit naar de vissersvrouw en haar kind in Spakenburgse klederdracht. Dat komt niet in de laatste plaats door het paarsblauw dat kenmerkend is voor het palet van Traarbach. Behalve in de jurken keert die kleur terug rond de zwaar aangezette ogen en op één van de huisjes linksachter. Door de manier waarop Traarbach het doek heeft opgezet, vormt de haven niet meer dan een fraai decor. Twee tjalken zijn slechts half zichtbaar. Daarbij valt vooral de rijkgeschakeerde wolkenpartij in het oog.

In paarden, koeien, varkens en honden ontwaarde hij allerlei menselijke trekjes

Spakenburg, ca 1950

Traarbach

Traarbach verhuisde op jonge leeftijd van havenstad Dordrecht naar Amersfoort. Naast landschappen tekende hij veel marinestukken: water, wind, wolken en storm spraken hem het meest aan. En dieren vormden voor Joop een hoofdstuk apart. In paarden, koeien, varkens en honden ontwaarde hij allerlei menselijke trekjes. Hij schilderde in een naïeve stijl, net als zijn grote vriend Tieland (zie 49), maar zijn kleurgebruik was over het algemeen meer ingetogen. Enige tijd probeerde Traarbach een meer abstracte stijl uit, maar uiteindelijk keerde hij toch weer terug bij de figuratieve kunst.

Latemse school

Het grootste deel van Traarbachs werk is nadrukkelijk geïnspireerd door de Latemse school, vernoemd naar het Vlaamse dorp Sint Martens-Latem. De schilders die daar eind 19e, begin 20e eeuw neerstreken, waren op de vlucht voor de grote stad. Zij legden het landelijke leven vast in aardse kleuren. Hun kunst doet denken aan het vroege werk van Vincent van Gogh, met name waar het de mensfiguren betreft.

Wichard Maassen