Een heer van middelbare leeftijd met een ernstig gezicht en bakkebaarden. Hij draagt een fraai kostuum zonder veel opsmuk. Niets leidt af van de man; alleen heeft hij een boek in zijn hand, dat zijn culturele belangstelling lijkt te onderstrepen. Dat hij zijn geld heeft verdiend als apotheker komt niet tot uiting. De opsmuk moet men zoeken bij zijn vrouw, met haar kant, oorbellen, halsketting, gouden horloge en ringen. Dit is een zelfbewust echtpaar, dat graag heeft betaald voor een schilder van naam. Canta was behalve als portrettist ook bekend om zijn dramatische historische voorstellingen, genres en interieurs.
De heer is Cornelis Bernardus Kok (1804-1876) had zijn apotheek aan de Hof (nu logement De Gaaper). Hij was gehuwd met Hendrica de Wit (1800-1857). Zij legden een kunstverzameling aan die verder werd uitgebouwd door hun zoon Jan en kleinzoon Cornelis, ook apothekers. Die waren lid van de jonge Oudheidkundige Vereniging Flehite en actief betrokken bij het nieuwe museum. Toen Cornelis jr in 1905 kinderloos overleed kreeg Museum Flehite zijn hele kunstcollectie. Het is het belangrijkste legaat uit de Amersfoortse museumgeschiedenis. Om deze collectie te huisvesten werd zelfs buurpand Breestraat 80 aangekocht.
Musea zijn vooral groot geworden door schenkingen, niet door aankopen. De collectie van Museum Flehite is aanvankelijk opgebouwd door notabelen. Ook tegenwoordig worden nog hele collecties tegelijk aangeboden, maar het verzamelbeleid is selectiever omdat het beheer kostbaar is.
Gerard Raven