Tijdens de Duitse bezetting gebruikte het verzet deze centrale in een kamer boven lunchroom-banketbakkerij Vonk aan Langestraat 87. Er was aanvankelijk een capaciteit van tien lijnen, maar door aanpassingen werd dit uitgebreid tot twintig.
De Centrale Inlichtingen Dienst (CID) had in 1942 een clandestien telefoonnetwerk tot stand gebracht. Zo kon het verzet telefoongesprekken voeren zonder dat de Duitsers meeluisterden. Toen een belangrijke centrale in Leusden wegviel, legde de CID in het najaar van 1944 een eenvoudige centrale aan boven bakkerij Vonk. Via geheime telefoonnummers legden mensen contact met de centrale, waar telefonistes de gesprekken doorverbonden of berichten noteerden. Bij onraad konden zij de centrale door middel van een vernuftig mechanisme in het plafond wegklappen. De meisjes die de telefoonpost bemanden mochten uit veiligheidsoverwegingen het huis ook niet verlaten tijdens hun dienst. Omdat hun leefwijze leek op die van nonnen, werd de bakkerij wel Het Klooster genoemd. De centrale was een belangrijke schakel tussen het verzet in West- en Oost- Nederland. In de laatste fase van de oorlog gebruikte men de telefoon onder meer om strategische gegevens door te geven aan het oprukkende Canadese leger.
Om de noodzakelijke verbindingen tot stand te brengen met illegale lassen, moest op vijf plekken in de stad worden gegraven. Op de hoek van de Zuidsingel en de Kleine Haag werd de straat zelfs over een afstand van 100 meter opengebroken, en dat allemaal onder de ogen van de bezetter.
Joost van der Spek