Op het deksel van deze eikenhouten kist staan de wapens van Utrecht en Amersfoort. Daaronder de namen van vier bestuursleden van het Amersfoortse schoenmakersgilde uit het jaar 1621. Op de binnenzijde van het deksel zijn de namen van het bestuur uit 1619 geschilderd: de voorzitter, de penningmeester en twee bestuursleden. In dat jaar werd de kist in gebruik genomen. In de kist bewaarden de schoenlappers hun kostbaarheden, zoals het reglement, voorschriften en geld.
De gilden ontstonden in de middeleeuwen. Mensen met hetzelfde beroep sloten zich aaneen. Hiermee garandeerden zij de kwaliteit van hun producten. Een jongen ging in de leer bij een ervaren gildelid en na een geslaagde proef werd hij zelf meester. Daarnaast zorgde het gilde voor de weduwe en wezen van een overleden lid.